Een bestandsnaam is een naam die aan een computerbestand wordt gegeven om het uniek te identificeren op een computersysteem. Het bestaat meestal uit twee delen: de bestandsnaam en het bestandstype/de extensie. De bestandsnaam beschrijft meestal de inhoud van het bestand, terwijl het bestandstype/extensie aangeeft wat voor soort bestand het is.
Een bestandsnaam bestaat meestal uit drie delen: de basisnaam, de extensie en het versienummer. De basisnaam is het belangrijkste deel van de bestandsnaam en de extensie is het deel dat volgt op de punt (.) en wordt gebruikt om het bestandstype te identificeren. Het versienummer is het deel dat volgt op de basisnaam en de extensie en wordt meestal gebruikt om verschillende versies van hetzelfde bestand te onderscheiden.
Enkele voorbeelden van bestandsnamen zijn ‘myfile.txt’, ‘picture.jpg’ en ‘document_v2.doc’. De basisnaam van het eerste voorbeeld is ‘myfile’, de extensie is ’txt’ en er is geen versienummer. Het tweede voorbeeld heeft als basisnaam ‘picture’, als extensie ‘jpg’ en geen versienummer. Het derde voorbeeld heeft als basisnaam ‘document’, als extensie ‘doc’ en als versienummer ‘2’.
Bij het maken van bestandsnamen moeten bepaalde conventies worden gevolgd. Bestandsnamen moeten beschrijvend zijn en mogen geen speciale tekens bevatten, zoals spaties, underscores of koppeltekens. Het gebruiken van afkortingen is ook niet handig.
Sommige computersystemen hebben beperkingen wat betreft de lengte van een bestandsnaam en de tekens die kunnen worden gebruikt. Windows-systemen hebben bijvoorbeeld een limiet van 254 tekens, terwijl Mac-systemen een limiet van 255 tekens hebben.
Een beschrijvende bestandsnaam kan helpen bij het zoeken naar een bestand. Zoeken naar een bestand met een beschrijvende bestandsnaam is meestal veel gemakkelijker dan zoeken naar een bestand met een algemene naam.
Bij het maken van een bestandsnaam is het belangrijk dat het bestandstype/de extensie overeenkomt met het type bestand dat het is. Bijvoorbeeld, een JPEG beeldbestand moet de extensie ‘.jpg’ hebben, terwijl een Word document de extensie ‘.doc’ moet hebben.
Beveiliging is een andere belangrijke factor om rekening mee te houden bij het maken van een bestandsnaam. Bestandsnamen mogen geen persoonlijke informatie bevatten, zoals iemands naam of adres, omdat dit het bestand kwetsbaar kan maken voor kwaadwillenden.
Een bestandsnaam-extensie is een aanduiding die als achtervoegsel aan de naam van een computerbestand wordt toegevoegd. De extensie geeft een kenmerk aan van de inhoud van het bestand of het beoogde gebruik ervan. Bijvoorbeeld, in de bestandsnaam mydocument.txt eindigt met de bestandsnaamextensie .txt, wat aangeeft dat het bestand een tekstbestand is.
Een computerbestandsnaam is een naam voor een computerbestand. De bestandsnaam moet uniek zijn binnen dezelfde directory om overschrijven of verwarring te voorkomen. Het is vaak nuttig om een bestandsnaam een beschrijvende naam te geven die de inhoud van het bestand weergeeft.
Er zijn een paar verschillende manieren om een bestandsnaam te maken. Eén manier is om het menu ‘Bestand’ in uw softwareprogramma te gebruiken en op de optie ‘Nieuw’ te klikken. Meestal wordt u dan gevraagd een bestandsnaam in te voeren. Een andere manier is om je werk gewoon op te slaan. Dit maakt automatisch een bestand aan met de naam naar uw keuze.
De juiste spelling is ‘bestand’.
Er is geen limiet aan het aantal tekens in een bestandsnaam.