Een sector is een onderverdeling van een gegevensopslagapparaat, zoals een harde schijf, een diskette of een optische schijf, die een bepaald aantal bytes lang is. Het is de kleinste eenheid van gegevens die kan worden gelezen of geschreven naar een opslagapparaat. Elke sector krijgt een uniek adres, meestal in de vorm van een nummer, en kan een vaste hoeveelheid gegevens bevatten, meestal 512 bytes.
Het meest voorkomende type gegevensopslagapparaat is de harde schijf, die bestaat uit magnetische platen. Een sector op een harde schijf is de kleinste eenheid van gegevens die de schijf kan lezen en schrijven, en elke sector is meestal 512 bytes lang.
Een sector is de kleinste eenheid van gegevens die een harde schijf kan lezen en schrijven, maar het is niet de kleinste eenheid waarmee het besturingssysteem kan werken. Een cluster is een groep sectoren die door het besturingssysteem als één eenheid wordt gebruikt.
Op moderne harde schijven worden sectoren meestal geadresseerd volgens een methode die bekend staat als logical block addressing (LBA). Deze methode kent aan elke sector op de schijf een uniek adres toe, meestal een geheel getal dat kan variëren van 0 tot het aantal sectoren op de schijf.
RAID (Redundant Array of Independent Disks) is een gegevensopslagtechnologie waarbij meerdere fysieke schijven worden gecombineerd tot één logische eenheid. Elke schijf in een RAID-array is verdeeld in sectoren, en de RAID-controller gebruikt de sectoren om gegevens op meerdere schijven op te slaan.
Wanneer een bestand naar een harde schijf wordt geschreven, wordt het opgeslagen in één of meer sectoren, afhankelijk van de grootte van het bestand. Bestandssystemen, zoals FAT32, NTFS en exFAT, gebruiken de sectoren op een harde schijf om de gegevens van de bestanden op te slaan.
Optische schijven, zoals cd-roms en dvd’s, gebruiken ook sectoren om gegevens op te slaan. De sectoren op een optische schijf worden “blokken” genoemd en de grootte van elk blok is 2048 bytes.
Flashgeheugen, zoals USB-flashstations en SD-kaarten, gebruikt ook sectoren om gegevens op te slaan. De sectoren op een flashgeheugen zijn meestal 64 bytes lang.
Een sector is een verdeling van een schijfoppervlak waarop informatie wordt opgeslagen. De term wordt meestal gebruikt in verwijzing naar harde schijven (HDD’s), waar elke schijfsector een vaste hoeveelheid gebruikersgegevens opslaat.
Een sector is een groep industrieën die verwant zijn op basis van hun primaire bedrijfsactiviteit. Zo omvat de sector gezondheidszorg industrieën als biotechnologie, farmaceutica en medische apparatuur. De term sector wordt vaak gebruikt voor de aandelenmarkt, waar aandelen op basis van hun bedrijfsactiviteit in sectoren worden ingedeeld.
Een bedrijfstak is een groep bedrijven die verwant zijn op basis van hun primaire bedrijfsactiviteit. De auto-industrie omvat bijvoorbeeld bedrijven als General Motors, Ford en Toyota. De term industrie wordt vaak gebruikt om te verwijzen naar specifieke markten, zoals de auto-industrie of de gezondheidszorg.
Een sector is een subeenheid van een spoor op een opslagapparaat.
De vier grote sectoren zijn de primaire sector, de secundaire sector, de tertiaire sector en de quartaire sector.
De primaire sector is de sector van de economie die zich bezighoudt met de winning van grondstoffen, zoals kolen, olie en ijzererts.
De secundaire sector is de sector van de economie die zich bezighoudt met de vervaardiging van eindproducten, zoals auto’s en computers.
De tertiaire sector is de sector van de economie die zich bezighoudt met het verlenen van diensten, zoals gezondheidszorg en onderwijs.
De quartaire sector is de sector van de economie die zich bezighoudt met onderzoek en ontwikkeling van nieuwe technologieën.
De vier belangrijkste sectoren van de hardware-industrie zijn computers, opslag, netwerken en componenten.