Finder is een computerprogramma dat wordt gebruikt om het navigeren door bestanden, mappen en andere computerobjecten in een grafische gebruikersinterface te vergemakkelijken. Het is een onderdeel van het macOS-besturingssysteem en is beschikbaar op alle Mac-computers. Finder is ook beschikbaar op iOS-apparaten.
De Finder is het primaire hulpmiddel dat wordt gebruikt om bestanden en mappen op een Mac-computer te openen en te beheren. Het wordt ook gebruikt om programma’s te starten, externe opslagapparaten te koppelen en toegang te krijgen tot gedeelde apparaten via een netwerk. Het kan ook worden gebruikt om het uiterlijk van het Bureaublad aan te passen, bestanden te bekijken en te zoeken naar bestanden en mappen.
Finder-vensters zijn het belangrijkste venster voor het openen en beheren van bestanden en mappen op een Mac. Er zijn verschillende soorten Finder-vensters, waaronder het hoofdvenster, dat alle beschikbare mappen op uw Mac weergeeft, en de kolomweergave, die de inhoud van een geselecteerde map in kolommen weergeeft.
De Finder-werkbalk is het belangrijkste hulpmiddel voor het openen en beheren van bestanden en mappen. Hij bevat verschillende hulpmiddelen, waaronder knoppen om terug en vooruit te navigeren, een zoekbalk, een knop om de weergave aan te passen en een knop om recente items te openen.
5. De zijbalk van de Finder is een paneel dat zich aan de linkerkant van het Finder-venster bevindt. Het wordt gebruikt voor toegang tot veelgebruikte mappen, waaronder de map Home, de map Documenten, de map Downloads en de map Toepassingen. Het wordt ook gebruikt voor toegang tot externe opslagapparaten, gedeelde apparaten en favoriete items.
6. De Finder-voorkeuren worden gebruikt om het uiterlijk en het gedrag van het Finder-venster aan te passen. Deze voorkeuren omvatten instellingen voor de weergave van pictogrammen, de grootte en positie van het venster en de items die in de zijbalk worden weergegeven.
Finder tags worden gebruikt om bestanden en mappen te ordenen en snel terug te vinden. Tags worden toegekend aan bestanden en mappen met behulp van het Finder-venster, en kunnen worden gebruikt om items in het Finder-venster te filteren en te sorteren.
Finder snelkoppelingen worden gebruikt om snel toegang te krijgen tot veelgebruikte items. Ze kunnen worden gebruikt om snel toegang te krijgen tot mappen, toepassingen en andere items in het Finder-venster.
Finder-menu’s worden gebruikt om toegang te krijgen tot extra hulpmiddelen en opties. Het Finder-menu bevat verschillende onderdelen, waaronder het menu Bestand, het menu Bewerken, het menu Beeld en het menu Ga. Het bevat ook het menu Help, dat wordt gebruikt om toegang te krijgen tot het Finder helpsysteem.
Finder is een programma dat met het Mac-besturingssysteem wordt meegeleverd. Het helpt u bij het vinden, organiseren en beheren van uw bestanden en mappen.
Finder is het standaard bestandsbeheer op macOS. Het wordt gebruikt om bestanden op uw computer te vinden, te organiseren en te beheren. Finder bevindt zich in de map Applicaties op uw harde schijf.
De Safari Finder is een webbrowser ontwikkeld door Apple Inc. Hij werd voor het eerst uitgebracht in 2003 met de release van Mac OS X Panther. Safari is de standaard webbrowser op Apple apparaten, zoals de iPhone, iPad en iPod touch.
De iPhone is standaard niet te zien in de Finder. Om de iPhone in de Finder te kunnen zien, moet u de iPhone eerst met een USB-kabel op uw computer aansluiten. Zodra de iPhone is aangesloten, zou hij in de Finder moeten verschijnen als een nieuw station.
Als je iPhone zegt dat gesynchroniseerde foto’s uit de Finder worden verwijderd, betekent dit dat alle foto’s die je op je computer hebt opgeslagen en vervolgens naar je iPhone hebt gesynchroniseerd, van je iPhone worden verwijderd. Dit wordt meestal gedaan om ruimte vrij te maken op uw iPhone, of om de foto’s op uw iPhone bij te werken zodat ze overeenkomen met die op uw computer.