Output is een term die in veel technische contexten wordt gebruikt om te verwijzen naar het resultaat van een proces of actie. Per definitie is output de informatie die door een systeem of machine wordt geproduceerd als resultaat van een bepaalde input. In de context van computers is output de informatie die door een programma of apparaat wordt geproduceerd in de vorm van een visuele weergave, geluid of andere media.
Bij computerprogrammering is output het eindresultaat van een programma of script. Dit is meestal in de vorm van een visuele weergave van informatie, zoals een webpagina, tekst, grafische afbeelding of audiobestand. Uitvoer kan ook verwijzen naar het verzenden van informatie van het ene programma of apparaat naar het andere.
In automatisering is output het resultaat van een systeem of proces. Output in automatiseringssystemen kan de vorm aannemen van fysieke producten, digitale producten of informatie. Automatiseringssystemen gebruiken sensoren om veranderingen in de omgeving te detecteren en handelen vervolgens naar de resultaten.
Robotica is het gebied van engineering dat zich bezighoudt met het ontwerp, de bouw en de werking van robots. Output in de robotica verwijst meestal naar de fysieke actie die de robot onderneemt als reactie op een commando. Deze output kan variëren van een eenvoudige beweging tot complexe berekeningen en processen.
In de elektronica is output het resultaat van een schakeling of apparaat. Dit kan een signaal of stroom zijn die wordt gebruikt om een extern apparaat te besturen of van stroom te voorzien. Output in elektronica kan ook verwijzen naar het genereren van een spanning of stroom om een ander apparaat van stroom te voorzien.
Op het gebied van communicatie is output het resultaat van een transmissie. Dit kan zijn in de vorm van een signaal, gegevens of geluid. Uitgang in communicatie wordt meestal gebruikt om informatie van het ene apparaat naar het andere over te brengen.
In regelsystemen is output het resultaat van een proces. Dit kan een signaal zijn of een fysieke actie van een apparaat. De output in besturingssystemen wordt gewoonlijk gebruikt om een extern apparaat of proces te besturen.
Bij fabricage is output het resultaat van een productielijn of -proces. Dit kan zijn in de vorm van een voltooid product, onderdeel of grondstof. Bij productie wordt de output meestal gebruikt om een afgewerkt product of onderdeel te maken.
Output is de term voor het proces waarbij gegevens van een computer naar een ander apparaat worden gestuurd, zoals een printer, een opslagapparaat of een beeldscherm.
Definitie output: Een maatstaf voor de prestaties van een economie, sector of bedrijf, meestal uitgedrukt als een procentuele verandering ten opzichte van een vorige periode. Voorbeeld: De output in de verwerkende sector steeg met 1,5% in het eerste kwartaal van het jaar.
Output is het resultaat van een proces. In de informatica is output de informatie die een computerprogramma produceert.
Output is een ander woord voor productie, opbrengst of resultaat.
Enkele voorbeelden van uitvoerapparaten zijn monitoren, printers en luidsprekers.