Metagegevens zijn gegevens die andere gegevens beschrijven en er informatie over verschaffen. Het wordt vaak gebruikt om gegevens te helpen organiseren, verklaren of classificeren. De term is afgeleid van de Griekse woorden meta (“na” of “voorbij”) en data (“gegeven dingen”). Metadata kunnen worden gebruikt om vrijwel elk type gegevens te beschrijven, waaronder afbeeldingen, video’s, audiobestanden, documenten en meer.
Metadata kunnen worden onderverdeeld in twee categorieën: structurele en beschrijvende. Structurele metadata zijn gegevens die de organisatie en structuur van gegevens beschrijven, zoals hoe ze zijn gegroepeerd, gesorteerd of opgeslagen. Beschrijvende metadata zijn gegevens die de inhoud van data beschrijven, zoals de titel, auteur, grootte, formaat en meer.
Metadata worden gebruikt om informatie te verstrekken over gegevens en om ze gemakkelijker vindbaar en bruikbaar te maken. Zoekmachines vertrouwen bijvoorbeeld op metadata om relevante resultaten te geven wanneer een gebruiker een zoekopdracht invoert. Metadata worden ook gebruikt om digitale afbeeldingen, videobestanden, audiobestanden en andere soorten media te beschrijven.
Metadata is een waardevol hulpmiddel voor het organiseren en beheren van gegevens. Het kan de nauwkeurigheid en snelheid van zoekopdrachten helpen verbeteren en informatie verschaffen over de inhoud van gegevens. Metadata kunnen ook worden gebruikt om gegevens te beschermen door toegangscontrole, zoals wie de gegevens mag bekijken of bewerken.
Om metadata nuttig te laten zijn, moeten ze consistent en accuraat zijn. Daarom zijn er een aantal metadatastandaarden ontwikkeld om ervoor te zorgen dat metadata goed geformatteerd en gestructureerd zijn. Deze normen omvatten het Dublin Core Metadata Initiative (DCMI), het Extensible Metadata Platform (XMP) en het Resource Description Framework (RDF).
Metadata kunnen worden gebruikt om personen te identificeren en hun activiteiten op het internet te volgen. Dit heeft een aantal vragen over privacy doen rijzen, aangezien metadata kunnen worden gebruikt om profielen van personen op te stellen en gedragspatronen te ontdekken. Daarom is het gebruik van metadata voor persoonlijke identificatie in veel landen aan regels gebonden.
Metadata kunnen ook worden gebruikt om gegevens toegankelijker te maken, met name voor mensen met een handicap. Metagegevens kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt om alternatieve tekst voor afbeeldingen te verstrekken en audiobeschrijvingen voor video’s toe te voegen. Metadata kunnen ook worden gebruikt om alternatieve versies van documenten aan te bieden, zoals braille of grote letters.
Metadata kunnen ook worden gebruikt om gegevens te beschermen tegen ongeoorloofde toegang. Systemen voor digitaal rechtenbeheer (DRM) gebruiken bijvoorbeeld metadata om te bepalen wie gegevens kan bekijken of bewerken, en om vervaldata voor toegang in te stellen. Metadata kunnen ook worden gebruikt om wijzigingen in gegevens bij te houden en om kwaadaardige activiteiten te detecteren, zoals het knoeien met gegevens.
Er zijn drie soorten metadata: beschrijvende, structurele en administratieve.
Beschrijvende metadata beschrijven de inhoud van een bron, zoals een document, afbeelding of video. Ze kunnen informatie bevatten zoals titel, auteur, onderwerp, trefwoorden en samenvatting.
Structurele metadata beschrijven de structuur van een bron, zoals de componenten en hun relaties. Een document kan bijvoorbeeld zijn onderverdeeld in secties, die elk een eigen titel, auteur en onderwerp hebben.
Administratieve metadata beschrijven de administratieve informatie over een bron, zoals de maker, de aanmaakdatum en informatie over het auteursrecht.
Metadata worden gebruikt om gegevens te beschrijven, te structureren en te organiseren. Ze kunnen worden gebruikt om de fysieke kenmerken van gegevens te beschrijven, zoals grootte, formaat en resolutie. Ze kunnen ook worden gebruikt om de logische kenmerken van gegevens te beschrijven, zoals betekenis, structuur en relaties.
Er zijn vier soorten metadata: beschrijvende, administratieve, structurele en technische.
Beschrijvende metadata beschrijven de inhoud van een bron. Dit type metadata wordt gebruikt om gebruikers te helpen de bron te vinden die ze nodig hebben.
Administratieve metagegevens beschrijven het beheer van een bron. Dit type metagegevens wordt gebruikt om gebruikers te helpen begrijpen hoe de bron is georganiseerd en hoe deze kan worden gebruikt.
Structurele metagegevens beschrijven de relaties tussen de onderdelen van een bron. Dit type metagegevens wordt gebruikt om gebruikers te helpen begrijpen hoe de bron in elkaar zit.
Technische metagegevens beschrijven de technische kenmerken van een bron. Dit type metagegevens wordt gebruikt om gebruikers te helpen begrijpen hoe de bron kan worden gebruikt.
Metadata worden vaak gebruikt om gegevens te beschrijven die in een database zijn opgeslagen. Een database kan bijvoorbeeld een tabel met informatie over boeken bevatten, en elke rij in de tabel kan metadata bevatten over een bepaald boek, zoals de titel, de auteur, de publicatiedatum, enzovoort. Door deze informatie in een database op te slaan, is ze gemakkelijk toegankelijk en doorzoekbaar door computers, zodat mensen gemakkelijker de informatie kunnen vinden die ze nodig hebben.
Er zijn drie belangrijke kenmerken van metadata:
1. Metadata beschrijft de structuur van gegevens.
2. Metadata kunnen gebruikt worden om gegevens te zoeken.
3. Metadata kunnen worden gebruikt om de toegang tot gegevens te controleren.